Biomedische versus biopsychosociale visie

Wanneer een patiënt met MSK klachten een manueel ingestelde praktijk (van wat voor soort dan ook) raadpleegt dan heeft de arts/therapeut bijna altijd de neiging de casus in een oorzaak-gevolg model te benaderen. Er is een blokkade of scheefstand die opgeheven moet worden. Enerzijds verwacht de patiënt dit ook vanuit een verwijzing of verwachtingspatroon, anderzijds heeft de arts/therapeut vanuit zijn opleiding geleerd deze problemen met diverse manuele technieken op te lossen (heb je een hamer dan zie je spijkers etc). 

Inmiddels is er veel literatuur die deze benadering ter discussie stelt (zie bijvoorbeeld de verwijzingen in: Lederman E. The fall of the postural-structural-biomechanical model in manual and physical therapies. Exemplified by lower back pain. J Bodyw Mov Ther 2011;15:131-138).

Biopsychosociaal model

Een alternatief is het bio-psycho-sociaal model (BPS) en bestaat in ieder geval al sinds 1953 (Lugg W. The biopsychosocial model - history, controversy and Engel. AustrAs Psychiatry 2022;30:55-59). Het betreft de interacties tussen die drie niveaus. Volgens sommigen zou het BPSE moeten zijn, waarbij de E voor existentieel staat. Het model wordt vanuit de WHO en diverse richtlijnen gepropageerd en ieder van ons is er bekend mee. MAAR DAN, wat lees ik in een recente review (Henning M, Smith M. The ability of physiotherapists to identify psychosocial factors in patients with musculoskeletal pain: a scoping review. Musculosk Care 2023;21:502-515)? In de praktijk van alledag wordt er nauwelijks iets mee gedaan! De aangegeven obstakels waren: gebrek aan (zelf)vertrouwen, vaardigheden en, uit een andere studie: kennisgebrek, context en verwachtingen van de patiënt.

Geen herstel bij chronische klachten

Met name bij chronische pijnklachten heeft het wel degelijk zin om een idee te hebben of er nog andere zaken dan het biomedische spelen. Waardoor herstelt een patiënt niet? Welke onderhoudende factoren zijn er aanwezig op BPS gebied? Wat zijn de emoties en cognities bij de patiënt over de klacht? Coping gedrag? Hoe zit het met werktevredenheid? Zijn er spanningen in de privésfeer? Vragen die bijna letterlijk aan de patiënt te stellen zijn. Het hoeft geen diepte interview te zijn. Maar het aankaarten van mogelijke probleemgebieden kan de patiënt verder helpen om inzicht over de klacht te krijgen en controle, acceptatie, of een positieve manier van coping. Niet altijd is er een raakvlak met het biomedische aspect, ook niet bij chronische pijnklachten. Dus is ook het lichamelijke onderzoek belangrijk en indien geïndiceerd de MSK behandelingen als onderdeel van de BPS benadering.